2 x 612
1 x 667
4 x 671 abg 629
2 x 671 abg 630
1 x S414
2 x geschutsopstelling
2 x kanon
3 x luchtafweergeschut
2 x mortieropstelling
2 x pantserafweergeschut
1 x veldkanon
1 x oude vuurleidingspost
2 x provisiebergplaats
10 x waterbergplaats
6 x 501
1 x M151
3 x manschappenverblijf
6 x onderkomen
2 x schuilplaats (Ned)
1 x woonschuilplaats
1 x woonschuilplaats
1 x officier-artsbunker
1 x verbandplaats
2 x FL246
3 x munitiebergplaats
1 x barak
1 x kantinebarak
1 x kantoor
1 x keuken
1 x onbekend
1 x paardenstal
1 x sauna
1 x trafo
1 x wachtbarak
2 x w.c.
1 x werkplaats
2 x W.P. Gerät
2 x zoeklichtplatform
2 x zoeklicht remise
De Marine Seeziel-Batterie Scheveningen Nord bevond zich net ten noorden van badplaats Scheveningen. Deze batterij begon direct aan het noordoostelijk einde van het Zwarte Pad en eindigde ongeveer bij golfbreker 49. Ook werd het koninklijke landhuis ‘De Ruigenhoek’ direct door de Duitsers in gebruik genomen. Begin 1942 werd deze batterij in gebruik genomen, op dat moment bestond het uit een zestal 15,5 cm kanonnen van het type K416. Deze buitgemaakte kanonnen waren van Franse makelij en stonden in open beddingen opgesteld. Gedurende de oorlog werd deze batterij gemoderniseerd waarbij onder andere de zestal 15,5 cm kanonnen werden vervangen door een viertal modernere 15,0 cm kanonnen. Ook kwamen pas rond de jaarwisseling 1943-1944 de plannen gereed om de in open beddingen geplaatste kanonnen af te dekken. Door het geallieerde luchtoverwicht was het niet meer acceptabel om de kanonnen in open beddingen te laten staan. Ter vervanging werden in februari en maart 1944 een viertal zware geschutsbunkers gebouwd. De bunkers werden gebouwd volgens het bunkertype 671 abg 629 (Schartenstand für Geschütze auf mittlere Sockellafette 120°), vaak aangeduid als 671 Sk (Sonderkonstruktion, aangepaste bouw). De hierin aanwezige kanonnen waren scheepskanonnen van het type Schiffskanone C/28 en Schiffskanone C/36. Ze hadden een bereik van 23,5 kilometer.
De vuurleidingspost van het type S414 stond centraal in de batterij opgesteld. In deze bunker bevond zich onder andere een rekenruimte, een radiokamer en een observatieruimte. In de bunker werden ten behoeve van de vuurleiding observaties verricht, metingen gedaan en gegevens verwerkt zodat aan de bediening van de stukken geschut schietwaarden konden worden doorgegeven. In noodgevallen kon de geschutsbemanning zelf met richtkijkers op het geschut op het vijandelijke doel instellen. In een centrale ruimte van de bunker staat het opschrift Durch Zucht Zur Frucht, gesigneerd door Admiral Koster. Vrij vertaald betekent dit door discipline volgt resultaat, of door te zaaien kan men oogsten, een spreuk die Admiral Koster vaker gebruikte. Aan zeezijde zorgden twee geschutsbunkers van het type 612 (Schartenstand für Lande- und Sturmabwehrgeschütze ohne Nebenräume) voor een flankerende verdediging langs de kustlijn. Eén exemplaar lag aan het zuidelijke einde van de tankmuur, tegen de achterzijde van de bunker was een betonnen geschutsopstelling gebouwd. Het geschut kon via de achteringang van de geschutskazemat naar deze opsteling worden gereden zodat ook het zuidwestelijke deel van het strand verdedigd kon worden. Om de batterij aan landzijde te verdedigen waren er drie geschutsbunkers gebouwd, één van het type 667 (Kleinstschartenstand für 5 cm KwK) en twee bunkers van het type 671 abg 630 (Schartenstand für Geschütze auf mittlere Sockellafette 120°). Drie luchtafweeropstellingen moesten de batterij beschermen tegen de vijandelijke vliegtuigen. Zowel aan de noord- als zuidkant van de batterij stond op een platform een zoeklicht opgesteld met in de nabijheid een zoeklichtremise met onderkomen.
In de batterij zijn de meest belangrijke bunkers door een uitgebreid, ondergronds gangenstelsel aan elkaar verbonden. Om de oriëntatie makkelijk te maken werden op de muren in het gangstelsel de richtingen aangegeven naar de diverse bunkers. Hiervoor is fluorescerende verf gebruikt zodat men bij stroomuitval toch nog kon navigeren. Niet alleen de teksten waren fluorescerend, in een groot deel van de tunnels zijn er ook fluorescerende lijnen over de plafonds getrokken zodat men die bij lichtuitval kon volgen. Voor de opslag van de munitievoorraad waren in de batterij twee bunkers van het type FL246 (Munitionsauffüllraum für schwere Flakbatterie) gebouwd en aangesloten op het ondergronds gangenstelsel. De granaten en hulzen konden hierdoor alleen handmatig de bunker in worden gebracht, en moesten vervolgens ook handmatig naar de kanonnen worden gebracht. Om ook de manschappen in de batterij een veilig onderkomen te bieden werden zes bomvrije manschappenverblijven van het type 501 (Gruppenunterstand) en één manschappenverblijf van het type M151 (Mannschaftsunterstand für 1/3/24) gebouwd, deze waren allen ook aangesloten op het ondergrondse gangenstelsel. In de eerste zeewaterkerende duinenrij lagen zes onderkomens (Bereitschaftsbunkers) waar de geschutsbemanning verbleef tot, in geval van dreiging, de orders kwamen om de kanonnen te bemannen. Deze onderkomens waren eenvoudig van constructie en hadden twee ramen en één deur welke uitkwamen op het ondergrondse gangenstelsel. De hoofdingang van de batterij werd bewaakt vanuit de wachtbarak.
Tot de bunkers met een ondersteunende functie behoorden onder andere de bergplaatsen (zowel proviant als water), officier-artsbunker, keuken, toilet, verbandplaats, werkplaats en een kantoor. Ook in de omgeving van het koninklijke landhuis De Ruigenhoek lagen nog enkele bunkers waarbij het landhuis zelf in gebruik was als keuken. Verder lagen er een sauna, een kantine, een trafo en een paardenstal. Het Warmepeilgerät kon schepen waarnemen door middel van warmtemeting. Verspreid over de batterij lagen nog andere gevechtsopstellingen; een mortieropstelling, een veldkanon en ook een viertal open opstellingen voor een stuk geschut of voor pantserafweergeschut. Ter ondersteuning van de vuurleiding van de batterij stond er in het zuidelijke deel van de batterij een radar (Würzburg-Gerät) opgesteld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door het Nederlandse leger langs de kust betonnen schuilplaatsen gebouwd. In de batterij lagen een tweetal betonnen schuilplaatsen welke in gebruik werden genomen en aangesloten waren op het ondergrondse gangenstelsel. Tussen de zuidelijke geschutsbunker van het type 612 en de open bedding was het duintalud versterkt met een tankmuur van circa 200 meter lang. Het noordelijke deel van de batterij was afgesloten door rijen uit beton stekende ijzeren balken en een tankmuur.
Tegen het einde van de oorlog bestond de hoofdbewapening van de batterij dus uit een viertal 15 cm kanonnen met een totale munitievoorraad van 1600 granaten. Volgens een kaart van 24 augustus 1944 werd de batterij verdedigd door:
8./Marine Artillerie Abteilung 201, bestaande uit 2 officieren, 24 onderofficieren en 125 manschappen, met als bewapening:
4./Festungstorm-truppen, bestaande uit 5 manschappen, met als bewapening 1 × 5 cm KwK
2./SS-Panzer Jäger, bestaande uit 2 onderofficieren en 15 manschappen, met als bewapening:
FluWa, bestaande uit 1 onderofficier en 5 manschappen, met als bewapening 1 × Leichtes Maschinengewehr.